Aanleiding
In de Amerikaanse staat Californië mag je vanaf september met een zelfrijdende auto de weg op. Voor veel mensen lijkt deze uitvinding misschien nog een ver-van-mijn-bed-show maar Google en Toyota ontwikkelden al zelfrijdende auto’s. Toch zijn veel mensen nog huiverig over een machine die het autorijden overneemt. Is dat wel veilig? De stelling van het debat luidt: ‘De komst van de zelfrijdende auto is een goede zaak’. De partij die argumenten voor deze stelling geeft, doet de tegenpartij eigenlijk een argument cadeau. Zij beweert dat mensen vooral tegen de zelfrijdende auto zijn omdat ze bang zijn om de controle uit handen te geven. Klopt dat? Dit argument heeft betrekking op een lezing over de ethiek en veiligheid rondom zelfrijdende auto’s. Frank Verberne, promovendus Human Technology Interaction aan de Technische Universiteit Eindhoven en Drs. Jilles Smids, promovendus Philosophy & Ethics aan de Technische Universiteit Eindhoven waren de sprekers bij de lezing. Deze wordt georganiseerd door het Koninklijk instituut voor ingenieurs. Hier is een introductie van de lezing te vinden.
Vertrouwen
De bron heeft het vooral over het vertrouwen van de consument. Frank Verbeke stelt dat dit vertrouwen afneemt wanneer een product niet op de consument zelf lijkt. Hij vraagt zich af of de zekerheid toeneemt wanneer technologie dezelfde doelen als de mens heeft. In zijn presentatie geeft Verbeke een betekenis van vertrouwen: vertrouwen is de bereidbaarheid van de ene partij om kwetsbaar te zijn voor het handelen van een andere partij, gebasseerd op de verwachting dat de andere partij het beste voor heeft met de ene partij, zonder de mogelijkheid om de andere partij te controleren. Hiermee legt Verbeke de relatie tussen de controle uit handen geven en vertrouwen. Er kan alleen vertrouwen zijn als de mens de controle uit handen geeft. Verbeke schrijft nergens dat het het grootste argument tegen zelfrijdende auto’s het verliezen van de controle is. Wel geeft hij toe dat het meespeelt. Verbeke heeft een andere invalshoek dan het argument op de stelling. In de lezing staat de vraag hoe win ik het vertrouwen van de consument centraal. Het antwoord hierop is door de zelfrijdende auto een ‘gezicht’ en menselijke trekjes te geven.
Conclusie
Hoewel er in de inleiding van de lezing zinnen staan als ‘vanuit de sociale psychologie blijkt’, heeft Frank Verbeke zijn standpunt wel degelijk gebaseerd op inhoudelijke onderzoeken en rapporten. De lezing lijkt een goede bron, omdat die over zelfrijdende auto’s gaat. Er wordt ook aangetoond dat de consument de zelfrijdende auto niet altijd vertrouwt. Alleen staat er nergens in deze bron dat mensen vooral tegen de zelfrijdende auto zijn omdat ze bang zijn de controle uit handen te geven. Bovendien worden er geen directe reacties van mensen op de zelfrijdende auto in dit argument verwerkt. Nergens staat concreet hoeveel mensen geen vertrouwen hebben in de zelfrijdende auto en welke reden ze daarvoor geven. Frank Verbeke heeft zelf geen onderzoek gedaan naar de zelfrijdende auto maar haalt zijn standpunten uit algemene onderzoeken over vertrouwen van de mens in technologie. Het argument mensen zijn vooral tegen zelfrijdende auto’s omdat ze bang zijn de controle uit handen te geven is niet goed onderbouwd met de bronnen. Eén bron is geen bron. Ik denk dat de voorstander van de stelling zorgvuldiger moet zijn in het formuleren van argumenten. Hoewel de bron aantoont dat er wel degelijk wantrouwen kan zijn in technologie, staat er niet dat dit het grootste argument tegen zelfrijdende auto’s is. Dit neemt niet af dat het argument echt niet klopt, want tijdens het debat zelf waren veel mensen huiverig over de zelfrijdende auto doordat ze het niet zelf konden besturen.
Rowie van der Vliet